Amerika-deel1

Reisdag 1 Maandag 6 juni

Nadat we Jack hebben weggebracht zijn we maandagavond om half negen richting Amsterdam vertrokken. Het was best een onwennig gevoel om na 18 jaar met de kinderen op vakantie te zijn gegaan, er nu weer met zijn beiden op uit te trekken. Om tien uur waren we bij het Ibis hotel waar het door een aantal gestrande vluchten een drukte van belang was.

Nadat we de bagage op de kamer hadden gedropt zijn we een borrel gaan drinken. De bar was overvol en wij kwamen in en hoekje naast een Australier terecht. Zijn naam was Ian, een man van naar schatting eind vijftig die blij was met wat gezelschap. We vonden het aanvankelijk ook wel leuk, maar Ian was niet alleen af en toe slecht verstaanbaar, hij viel ook wat in herhaling. Of het kwam door het aantal biertjes, of onze Aussie had beginnende verschijnselen van Korsakov, hij bleef maar roepen dat ‘Holland wonderful’ was en vragen waar we heen gingen op vakantie. Dus zijn we hem na een tijdje gepeerd. Zijn uitnodiging om een keertje in Brisbane te komen maken we zeker geen gebruik van.

Reisdag 2 Dinsdag 7 juni

Om 7 uur gaat de wekker. Douchen, spullen pakken en naar de shuttle om naar Schiphol te vertrekken. De shuttle is bommetje vol, dus blij dat het maar een korte rit is. Op Schiphol ontbijt, lekker broodje zalm en Feikje broodje tonijn. Vliegtuig vertrekt mooi op tijd, om even na half elf gaan we de lucht in. Vliegen is saai, zeker als je tien uur in de lucht moet hangen. Gelukkig voorziet Delta Airlines iedere passagier van een eigen DVD-scherm. We kunnen kiezen uit wel vijftig verschillende speelfilms, muziek, spelletjes en reisinformatie. We kijken een paar films, doezelen soms even in slaap of genieten van het uitzicht. Vooral boven Zuid-Canada is het erg mooi.

Op het moment dat ik dit tik, vliegen we boven Edmonton, Canada en naderen we de Rocky Mountains. Het is dan nog ruim een uur vliegen naar Seattle waar we om 11.00 ’s morgens plaatselijke tijd landen. De douane en de bagage leveren weinig problemen op, maar dan moeten we een auto hebben. De juffer die ons helpt probeert ons van alles te slijten.

Eerst zegt ze dat onze auto niet echt comfortabel is en dat we voor een meerprijs van 20 dollar per dag een upgrade kunnen krijgen. Dat willen we niet, maar de auto die we dan aangeboden krijgen, een Subaru, is een blikken bak en de stoelen zijn zo laag dat ik amper over de motorkap heen kan kijken. Ik doe mijn beklag en krijg dan via een manager die er rondloopt voor dezelfde prijs ineens een veel mooiere auto aangeboden, een Jeep Cherokee, een enorme bak en een stuk beter dan de Subaru.

Dan start de ellende met de GPS. Die staat ingesteld op Florida en leidt ons de totaal verkeerde kant op. We toeren vloekend, zuchtend en scheldend rond, zijn moe en balen behoorlijk. We besluiten terug te gaan om andere navigatie, maar ook dat valt met een verkeerd ingesteld navigatiesysteem niet mee. Uiteindelijk lukt het en dan zijn we binnen vijf minuten bij ons hotel. Hier blijkt de stekker van de laptop niet te passen op de Amerikaanse adapter. Gelukkig beschik ik over twee rechterhanden en komt alles nog goed. Nu gaan we even bijkomen, onze route voor morgen bepalen, wat eten om vroeg in ons nest te gaan, want met het tijdsverschil is het onderhand een lange dag. Terwijl ik dit tik, is het 01.00 uur ’s nachts bij jullie en vier uur ‘s middags bij ons. Dus slapen is er nog niet bij. By the way, het is hier net gaan regenen, dus Seattle houdt zijn imago hoog, want onze lieve heer schijnt hier vaak te sproeien.

Er komen meer fotos, maar hier moet je het eerst even mee doen